N.E.C.: na vier jaar terug in de Eredivisie
Het rood-groen-zwart van N.E.C. is misschien wel een unieke kleurencombinatie en zorgt in ieder geval voor een onderscheid met andere club. De club werd op 11 april 1910 opgericht na een fusie tussen NVV Nijmegen (1908) en Eendracht (1900). De puntjes na de letters N, E en C worden als zeer essentieel gezien. De uitspraak ‘nek’ wordt niet gepruimd en men spreekt de clubnaam zelf met veel trots uit als ‘enniesee’. In de eerste helft van de twintigste eeuw speelde N.E.C. in de oostelijke divisie en werd daarin driemaal kampioen. Deelname aan het kampioenschap om de landstitel was in die jaren een prachtig slot aan de competitie met treinreizen naar de kampioenen van de andere landsdelen en drukbezochte thuiswedstrijden in het Goffertstadion, dat in 1939 gereed was.
Na de invoering van het betaalde voetbal maakte N.E.C. haar opwachting in de Eredivisie via een promotie in 1967. Drie jaar daarvoor speelden de Nijmegenaren nota bene nog in de Tweede Divisie. De opmars bleek behoorlijk bestendig. Op één seizoen (1974/1975) na, speelde de club tot 1983 op het hoogste niveau. Daarna volgde een fase van elf seizoenen met drie eredivisieavonturen, waarvan er slechts één handhaving opleverde. In 1994 promoveerden de Nijmegenaren via de nacompetitie en nu bleek het verblijf in de Eredivisie maar liefst twintig jaar te duren. Maar aan het sprookje kwam een einde met de degradatie in 2014. Een kampioenschap en twee Eredivisieseizoenen later, was N.E.C. terug bij af en duurde het zelfs vier seizoenen voordat in de play-offs van 2021 promotie naar de Eredivisie werd afgedwongen.
In de afgelopen vijftig jaar wist N.E.C. viermaal de KNVB-bekerfinale te bereiken. Telkens ging deze finale verloren. Naast de kampioenschappen in de Eerste Divisie van 1975 en 2015 waren er nog vier promoties te vieren, maar daar stonden dus vijf degradaties tegenover. De bouw van een nieuw stadion in 2000, op de plek van het oude (met wielerbaan omringde) stadion was een noodzakelijke stap om de faciliteiten in het Goffertpark te laten aansluiten bij de stadionbeleving van de 21ste eeuw. Toch loopt N.E.C. anno 2021 ook alweer tegen beperkingen aan. De seizoenkaarten zijn niet aan te slepen en ook de businessfaciliteiten zijn niet ruim genoeg om te kunnen groeien.
En die ambitie heeft de club uit Nijmegen nog altijd: te groeien. Roemrucht zijn de avonturen die de club in Europa beleefde tegen FC Barcelona, Wisla Krakow, Dinamo Boekarest, Spartak Moskou en Udinese. Om ooit nog weer aanspraak te kunnen maken op het ontvangen van dat kaliber tegenstanders, zal de club een sprong moeten maken. Vele concurrenten in het Nederlandse betaalde voetbal gingen de club de laatste decennia links en rechts voorbij met grotere stadions, meer bezoekers en sponsors en een hogere begroting.
Mannen als Danny Hesp, Robbie Wielaert, Dennis Gentenaar, Peter Wisgerhof, Lasse Schöne, Patrick Pothuizen, Rens van Eijden, Gábor Babos, Navarone Foor zijn de populairste spelers van de laatste jaren. Spelers als Sije Visser, Frans Janssen, Wilfried Brookhuis en Carlos Aalbers speelden er meer dan vierhonderd in de hoofdmacht. Befaamde trainers als Piet de Visser, Sándor Popovics, Leen Looijen, Wim Koevermans, Jimmy Calderwood, Johan Neeskens, Mario Been en Alex Pastoor stonden er langs de lijn. Anno 2021 is het enthousiasme en de honger rondom de club in het Goffertpark groot. Tijd om deze nieuwe energie om te zetten in een plan om N.E.C. weer terug te brengen naar de middenmoot van de Eredivisie